Ophiura robusta
| Ophiura robusta | |||||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
 | |||||||||||||
| Taxonomische indeling | |||||||||||||
| |||||||||||||
| Soort | |||||||||||||
| Ophiura robusta (Ayres, 1852) Originele combinatie Ophiolepis robusta | |||||||||||||
Afbeeldingen op  Wikimedia Commons | |||||||||||||
Ophiura robusta op  Wikispecies | |||||||||||||
| (en) World Register of Marine Species | |||||||||||||
| |||||||||||||
Ophiura robusta is een slangster uit de familie Ophiuridae. De wetenschappelijke naam van de soort werd in 1852 gepubliceerd door William Orville Ayres.[1]
Beschrijving
Het lichaam van Ophiura robusta bestaat uit een centrale schijf met een diameter tot 10 mm en vijf armen van ongeveer driemaal zo lang. De kleur is blauwgrijs of donkerbruin, vaak met witte vlekken.
Verspreiding en leefgebied
In de Noordzee komt deze soort voor van de Shetlandeilanden tot aan Durham aan de Britse oostkust. Elders verspreidt het zich noordwaarts naar Spitsbergen en Groenland, en langs de Atlantische kusten van Noord-Amerika tot aan Cape Cod. Deze slangster wordt gevonden op verschillende ondergronden, van ongeveer 6 tot 450 meter.
Synoniemen
- Ophiura fasciculata Forbes, 1854
- Ophiura squamosa Lütken, 1855[2]
Bronnen, noten en/of referenties
- Stöhr, S., Hansson, H. (2007). Ophiura robusta Ayres, 1852. In: Stöhr, S., O’Hara, T. & Thuy, B. (Eds) (2017). World Ophiuroidea database. Geraadpleegd middels: World Register of Marine Species op 15 maart 2017.
- De Klijver, M.J. & S.S. Ingalsuo, Ophiura robusta. Macrobenthos of the North Sea: Echinodermata. Marine Species Identification Portal. Gearchiveerd op 2 januari 2022. Geraadpleegd op 2 januari 2022.
- ↑ Ayres, W.O. (1852). An account of the structure of the Ophiuridae and a description and drawings of a new species belonging to the genus Ophiolepis. Proceedings Boston Society Natural History. 4: 133-135
- ↑ Lütken, C.F. (1855). Bidrag til Kundskab om Slangestjernerne. I. Forelöbig Oversigt over Grönlandshavet Ophiurer. Videnskabelige Meddelelser fra den naturhistoriske Forening i Kjöbenhavn 1854: 100
