Michiel Vredeman
| Michiel Vredeman | ||||
|---|---|---|---|---|
| Algemene informatie | ||||
| Geboren | circa 1562 Mechelen | |||
| Overleden | 19 januari 1629 (begraven) Utrecht | |||
| Beroep | muziekinstrumentenmaker | |||
| Familie | ||||
| Broer(s) | Jacob Vredeman | |||
| ||||
Michiel, Michael Vredeman (de Vries) (Mechelen, circa 1562 – Utrecht, begraven 19 januari 1629) was een Nederlands muziekinstrumentenmaker.
Hij was zoon van Sebastiaen Vredeman en broer van muziekmeester en componist Jacob Vredeman. Alle drie staan voor wat bekendheid in de schaduw van familie Hans Vredeman de Vries, de architect.
Vader Sebastiaan trok met gezin vanuit Mechelen naar Leiden vermoedelijk op de vlucht voor de Spanjaarden in de Tachtigjarige Oorlog. Vader vestigde zich in Leiden, Jacob trok dus door naar Leeuwarden, Michiel vestigde zich, nog getrouwd in Leiden met een Antwerpse vrouw Tanneken Peters (overleden 1638), in Utrecht. Hij bestierde er een bedrijf in muziekinstrumentbouw met name vedel en citers. Voor dat laatste instrument publiceerde hij ook een handleiding: Der violen cyther met vijf snaren en nieuwe sort melodieuse inventie, twee natuur hebbende, vier parthijen spelende (1612, Jan Jansen, Arnhem).[1]
In wijdde 1846 wijdde het muziektijdschrift Caecilia een artikel aan hem vanwege zijn lemma in de lexicon van François-Joseph Fétis. Daarin werd deze Vredeman omschreven als componist en Der violen als compositie. Deze fout werd toegeschreven aan de gebrekkige kennis van het Nederduits van Fétis. Nader onderzoek door Dodt van Flensburg wees uit dat Michiel rond 1592 naar Utrecht kwam en minstens tot 1621 (overlijden van zijn neef die bij hem in de zaak werkte) de instrumentbouw beoefende; hij woonde aan de Nieuwegracht nabij de Schalkwijk(er)steeg. [2]. Dit werd bevestigd door hetzelfde blad in 1852. [3]
Volgens Dirk Jacobus Balfoort, die het verhaal van Caecilia gebruikte, werd deze Vredeman begraven in de Sint-Nicolaaskerk.
Bronnen, noten en/of referenties
- Henri Viotta, Lexicon der Toonkunst, deel III, 1883, pagina 579 noemt hem Michel; vermeldt onterecht muziekonderwijzer
- Eduard A. Melchior: Woordenboek der toonkunst 1890, pagina 709
- Geïllustreerd muzieklexicon, onder redactie van Mr. G. Keller en Philip Kruseman, medewerking van Sem Dresden, Wouter Hutschenruijter (1859-1943), Willem Landré, Alexander Voormolen en Henri Zagwijn; uitgegeven in 1932/1949 bij J. Philips Kruseman, Den Haag; pagina 871, Michel Vredeman, begraven 12 januari 1629
- Jozef Robijns, Miep Zijlstra: Algemene muziek encyclopedie, Haarlem: De Haan, 1979-1984, ISBN 978-90-228-4930-9, deel 10, pagina 189 meldt vader en broer; Michael Vredeman, begraven 19 januari 1629 (Utrechts archief bevestigt dit)
- J. Balfoort, Michiel Vredeman. De Hollandsche vioolmakers (1931). Geraadpleegd op 22 januari 2024 – via delpher.nl.
- Biografisch Woordenboek van Nederland (deel 19, 1876)
- Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek (deel 7 (1927)
- ↑ Het betreft hier een nieuw muziekinstrument (inventie), een kruising tussen viool en citer (violen cyther).
- ↑ Dodt van Flensburg., Michel Vredeman; Instrumentmaker te Utrecht. Caecilia (1 juni 1846). Geraadpleegd op 22 januari 2024 – via delpher.nl.
- ↑ Redactie, Michel Vredeman; Instrumentmaker te Utrecht. Caecilia (1 oktober 1852). Geraadpleegd op 22 januari 2024 – via delpher.nl.
