Johannes van der Vliet

Johannes van der Vliet

Johannes van der Vliet (Reeuwijk, 24 april 1847 - Utrecht, 17 juli 1902) was een Nederlands classicus en hoogleraar Latijn aan de Universiteit van Utrecht van 1891 tot 1902.

Van der Vliet studeerde in Leiden Klassieke Talen bij Carel Gabriel Cobet en Sanskriet bij Hendrik Kern. Na (con)rector van de gymnasia te Zaltbommel, Assen en Haarlem te zijn geweest volgde hij in 1891 te Utrecht C.M. Francken[1] op als hoogleraar Latijn. Hij hield zich met name met Apuleius bezig: de Duitse uitgeverij Teubner had hem verzocht de uitgave van diens werken te verzorgen. De tachtiger Hein Boeken promoveerde bij Van der Vliet, ook op Apuleius[2].

Sinds 1893 was Van der Vliet lid van de Société de Linguistique de Paris.

Enkele publicaties

  • 1874: Studia critica in Dionysii Halicarnassensis Opera rhetorica. Tekstkritisch proefschrift over Dionysius van Halicarnassus.
  • 1891: Studia Ecclesiastica: Tertullianus I: Critica Et Interpretatoria. Studie over de Tertullianus.
  • 1891: Athenae et Hierosolyma. Inaugurele rede uitgesproken te Utrecht.
  • 1894: De Latijnsche poëzie van Huygens. Rede uitgesproken in de algemeene vergadering van het Provinciaal Utrechtsch Genootschap.
  • 1897: Lucii Apulei Metamorphoseon Libri XI, Uitgave van de Metamorphosen van Apuleius.
  • 1897: Vergilius' Aeneis. Schooluitgave van Vergilius' Aeneis.
  • 1900: "Lucii Apulei Madaurensis Apologia Sive De Magia Liber, et Florida. Uitgave van de Apologia en de Florida van Apuleius.
  • 1900: Tacitus: Historiae. Cum Fragmentis Et Supplementis. Uitgave van de Historieën van Tacitus.
Bronnen, noten en/of referenties

Bronnen

  • J.H. Gallée: Levensbericht van J. van der Vliet., in Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1904.

Referenties

  1. Cornelius Marinus Francken (1820-1900) was van 1856-1877 te Groningen hoogleraar Grieks en Latijn, maar in Utrecht bekleedde hij van 1877-1890 alleen de leerstoel Latijn. Van der Vliet herdacht op 10 Maart 1902 zijn voorganger in de rede: Het Leven van Francken.
  2. Op 7 juli 1899, met het proefschrift Adnotationes ad Apuleii Metamorphoseon. Librum XI. Willem Kloos en Willem Witsen fungeerden als paranimfen bij deze promotie.