Fructaan

Structuurformule van inulinen, een lineaire fructaan met een eindstandig α-D-glucose met 1→2-binding
Structuurformules van fructanen. De groene fructose-ring komt 0 tot n keer voor.
Boven: 1-kestose.
Midden: 6-kestose.
Onder: gemengde vorm (bijvoorbeeld. 6,6&1 kestopentaose)

Een fructaan is een polymeer van fructosemoleculen met één sacharosemolecuul. Ze komen onder andere voor in cichorei, artisjok, asperge, prei, uien, yacón, tarwe en sommige bacteriën.

Fructanen komen ook voor in grassen. Bij de Poales, waar ook de grassen toe behoren, komen verschillende en soms zeer complexe fructanen voor. Bij veel zonneschijn en tegelijkertijd lage temperaturen, zoals die kunnen voorkomen in de late herfst en het vroege voorjaar, wordt bij grassen de energie als tussenopslag opgeslagen in fructanen. Hierdoor kan bij paarden hoefbevangenheid optreden.

Typen

Naar de bindingsplaats van de fructosylresten aan het sacharosemolecuul worden drie fructaantypen onderscheiden:

  • 1-Kestose: Inuline - lineaire fructanen meestal gebonden met β(2→1) glycosidische bindingen. Ze komen voor bij de plantenorden Asterales, Boraginaceae en Dipsacales.
  • 6-Kestose: Levan of phleine - lineaire fructanen meestal gebonden met β(2→6) glycosidische bindingen[1] Ze komen voor bij enkele groepen bacteriën.
  • Neokestose: Graminan - vertakte fructanen gebonden met beide β(2→1) en β(2→6) glycosidische bindingen. Ze komen voor bij de plantenorden Liliales en Asparagales.

'Hogere planten'

Planten die hun reservevoedsel opslaan in de vorm van fructanen, kunnen lage temperaturen overleven omdat de fructanen voor vorsttolerantie zorgen. Ze binden aan membranen, waardoor ze bijdragen aan het intact houden van de cellen.

Fructaangehalte in producten

Aardpeer 16.0-20.0%[2]
Artisjok 2.0-6.8%[2]
Asperge 1.4-4.1%[2]
Gerstekorrels (onrijp) 22%[3]
Smeerkaas 4.5%[4]
Chocolade 9.4%[4]
Ui 1.1-10.1%[2]
Rogge-zemelen 7%[5]
Roggekorrels 4.6-6.6%[5]
Tarwe-bloem 1-4%[3]
Pasta 1-4%[2]
Witbrood 0.7-2.8%[2]

'Lagere planten'

Fructanen komen ook voor bij enkele groenwieren (Dasycladales, Cladophorales) en mossen (Sphagnales, Jungermanniales). In varens en naaktzadigen zijn nog geen fructanen gevonden.

Bacteriën

Fructanen komen bij enkele groepen bacteriën voor en worden dan levanen genoemd. Levan heeft een hoge polymerisatiegraad, tot meer dan 100. De biosynthese van de levanen is duidelijk verschillend van de biosynthese van fructanen bij de 'hogere planten'.

Bronnen, noten en/of referenties
  1. Kang et al (2009). Microbial Production of Biopolymers and Polymer Precursors. Caister Academic Press, "Levan: Applications and Perspectives". ISBN 978-1-904455-36-3.
  2. a b c d e f SUSAN J. SHEPHERD, M Nut Diet, APD*; PETER R. GIBSON, MD, MB, FRACP, "Fructose Malabsorption and Symptoms of Irritable Bowel Syndrome: Guidelines for Effective Dietary Management," J Am Diet Assoc 2006:106:1631-1639.[1]. Gearchiveerd op 4 juli 2023.
  3. a b Department of Food Science and Nutrition, University of Minnesota, Joanne L. Slavin, PhD, RD, "Mechanisms for the Impact of Whole Grain Foods on Cancer Risk," Journal of the American College of Nutrition, Vol. 19, No. 90003, 300S-307S (2000)[2]
  4. a b Leon Prosky and Hubert Hoebregs, "Methods to Determine Food Inulin and Oligofructose," Journal of Nutrition. 1999;129:1418S-1423S.[3]
  5. a b Karppinen, Sirpa. Dietary fibre components of rye bran and their fermentation in vitro. Espoo 2003. VTT Publications 500. 96 p. + app. 52 p.[4]