DIVA-vaccin

Een DIVA-vaccin (“Differentiating Infected from Vaccinated Animals”) is een speciaal soort vaccin, waardoor het mogelijk is onderscheid te maken tussen geïnfecteerde en gevaccineerde dieren.

Principe

DIVA-vaccins dragen ten minste één epitoop minder dan het corresponderende micro-organisme dat in het veld circuleert. Een bijbehorende diagnostische test die antilichamen tegen dat bewuste epitoop aantoont, stelt het laboratorium derhalve in staat om dat onderscheid daadwerkelijk te maken.

Oorsprong

De eerste DIVA-vaccins (vroeger marker vaccins, maar sinds 1999 DIVA-vaccins genoemd) en bijbehorende diagnostische testen zijn ontwikkeld door J.T. van Oirschot en collega’s op het Central Veterinary Institute te Lelystad, Nederland.[1][2] Zij ontdekten dat sommige gebruikte vaccins tegen pseudorabies (ook wel de ziekte van Aujeszky genoemd) deleties in het virale genoom (waaronder het gE gen) vertoonden. Daarom werden monoclonale antilichamen geproduceerd tegen het gE-glycoproteïne en daarmee werd een ELISA test ontwikkeld die antilichamen tegen het gE aantoont. Daarnaast construeerden zij nieuwe genetisch gemanipuleerde gE-negatieve vaccins.[3] Volgens hetzelfde principe ontwikkelden zij DIVA-vaccins en bijbehorende diagnostische testen tegen boviene herpesvirus-1 infecties.[4]

Toepassing in de praktijk

De DIVA-strategie is in verschillende landen toegepast om pseudorabies geheel uit te roeien. Daartoe werden de varkenspopulaties eerst intensief gevaccineerd en daarna gescreend met de bijbehorende diagnostische tests. De aldus opgespoorde geïnfecteerde varkens werden vervolgens uit de populatie verwijderd. Boviene herpesvirus 1 DIVA-vaccins en diagnostische tests worden ook uitvoerig in de praktijk toegepast.

Andere DIVA-vaccins (in ontwikkeling)

Wetenschappers hebben het DIVA principe toegepast of zijn nog druk doende het toe te passen op een aantal infectieziekten, zoals bijvoorbeeld klassieke varkenspest[5], vogelgriep[6], Actinobacillus pleuropneumonia[7] en Salmonella infecties bij varkens.[8]

Bronnen, noten en/of referenties
  1. Van Oirschot JT, Rziha HJ, Moonen PJ, Pol JM, Van Zaane D (1986). Differentiation of serum antibodies from pigs vaccinated or infected with Aujeszky's disease virus by a competitive enzyme immunoassay. The Journal of General Virology 67 (6): 1179–82. DOI: 10.1099/0022-1317-67-6-1179.
  2. Van Oirschot JT (1999). Diva vaccines that reduce virus transmission. Journal of Biotechnology 73 (2–3): 195–205. PMID 10486928. DOI: 10.1016/S0168-1656(99)00121-2.
  3. Van Oirschot JT, Gielkens ALJ, Moormann RJM, Berns AJM (1990). Marker vaccines, virus protein-specific antibody assays and the control of Aujeszky's disease. Veterinary Microbiology 23 (1–4): 85–101. PMID 2169682. DOI: 10.1016/0378-1135(90)90139-M.
  4. Kaashoek MJ, Moerman A, Madic J, Rijsewijk FAM, Quak J, Gielkens ALJ, Van Oirschot JT (1994). A conventionally attenuated glycoprotein E-negative strain of bovine herpesvirus type 1 is an efficacious and safe vaccine. Vaccine 12 (5): 439–44. PMID 8023552. DOI: 10.1016/0264-410X(94)90122-8.
  5. Hulst MM, Westra DF, Wensvoort G, Moormann RJM (1993). Glycoprotein E1 of hog cholera virus expressed in insect cells protects swine from hog cholera. Journal of Virology 67 (9): 5435–5442. PMID 8350404. PMC 237945.
  6. Capua I, Terregino C, Cattoli G, Mutinelli F, RodriguezJF (2003). Development of a DIVA (Differentiating Infected from Vaccinated Animals) strategy using a vaccine containing a heterologous neuraminidase for the control of avian influenza. Avian Pathology 32 (1): 47–55. PMID 12745380. DOI: 10.1080/0307945021000070714.
  7. Maas A, Meens J, Baltes N, Hennig-Pauka I, Gerlach G-F (2006). Development of a DIVA subunit vaccine against Actinobacillus pleuropneumoniae infection. Vaccine 24 (49): 7226–32. DOI: 10.1016/j.vaccine.2006.06.047.
  8. Leyman B, Boyen F, Van Parys A, Verbruggh E, Haesebrouck F, Pasmans F. (2011). Salmonella Typhimurium LPS mutations for use in vaccines allowing differentiation of infected and vaccinated pigs. Vaccine 29 (20): 3679–85. PMID 21419163. DOI: 10.1016/j.vaccine.2011.03.004.